
Toen Sten Forshufvud (1903-1985) in het najaar van 1955 voor het eerst de pas verschenen memoires van Louis Marchand1 las, vatte hij het vermoeden op dat Napoleon wel eens vergiftigd kon zijn door middel van arsenicum.
Drie decennia eerder, op eenentwintigjarige leeftijd, werd Sten Forshufvud tandchirurg, toentertijd was hij de jongste ooit in Zweden (later had hij ook een eigen tandartsenpraktijk). Daarna studeerde hij nog verder aan de universiteit van het Franse Bordeaux (toxicologie) en vervolgens terug in Zweden – biologie – aan de universiteit van Lund. Hier behaalde hij zijn doctoraat. Hierop volgend verrichtte hij onderzoek aan het laboratorium voor bacteriologie en pathologie van het Sahlgren ziekenhuis alsook dit voor biologie van het Zoölogisch museum van Göteborg. Hij werd toegelaten tot het Nobel instituut voor Fysica en zette er zijn studie voort; hij werd er eveneens professor in de odontologie (het gebit). Forshufvud verdiepte zich ook in de serologie, de studie van het bloed, en de toxicologie. Zo ontdekte hij dat tandglazuur een levend weefsel was, gevoed door minuscule plasmavaatjes, ultracapillairen genaamd. Bij gevolg zou bijvoorbeeld tandbederf bij kinderen door middel van een goede voeding voorkomen kunnen worden, stelde hij.
In zijn jonge jaren heeft hij ook nog een tijd gevaren. Een van zijn reizen voerde hem naar de Zwarte Zee, waar hij een korte tijd gevangen werd gehouden door de bolsjewieken.
Een dokter mocht hij van zijn vader niet worden; ‘Nee, we hebben al genoeg boerenbedrog in de familie.’ Tandarts daarentegen wel: ‘Ja, een tandarts is een mens die een vak heeft geleerd en een vakman verdient zijn brood op een fatsoenlijke manier.’ Zijn vader gaf hem ook zijn bewondering voor Napoleon Bonaparte mee. Dit was de bijzondere man, die sommige Franse historici bestempelden als ‘de Zweedse tandarts’ uit Göteborg.
Boeken geschreven door Sten Forshufvud of waaraan hij heeft meegewerkt:
FORSHUFVUD S., Über zahnschmelz, dessen genese, vitalität und struktur, Göteborg, Wezäta-Göteborgslitografen a.-b., 1941, 291p.
FORSHUFVUD S., Wem mördade Napoléon?
FORSHUFVUD S., Who killed Napoleon?, Londen, 1961.
FORSHUFVUD S., Napoléon a-t-il été empoisonné? [une enquête judiciaire], Parijs, Plon, 1961, XVIII+261p.
FORSHUFVUD S., SMITH H. en WASSÉN A., Napoleon’s illness 1816-1821 in the light of activation analyses of hairs from various dates in Archiv für Toxikologie, 20, (1964), pp. 210-219. [artikel]
FORSHUFVUD S., Mord an Napoleon?, Klagenfurt, Kaiser, 1967, 286p.
FORSHUFVUD S. en WEIDER B., Assassination at St. Helena, Vancouver, Mitchell Press, 1978, 543p.
HAPGOOD D. en WEIDER B., Napoleon vermoord?, Kadmos (ECI), 1984, 271p. [Engelstalige uitgave verscheen in 1982.]
FORSHUFVUD S. en WEIDER B., Assassination at St. Helena revisited, New York, John Wiley & Sons, 1995, 555p.
WEIDER B., Napoléon est-il mort empoisonné?, Parijs, Éditions Pygmalion/Gérard Watelet, 1999, 335p.
De vergiftiging van Napoleon Bonaparte:
http://www.napoleonicsociety.com/french/empoisonnementdenapoleon.html
http://www.napoleonicsociety.com/english/poisonednapoleon.html
Een uitgebreidere biografie van Sten Forshufvud, vooral i.v.m. zijn Napoleontisch onderzoek, kan men hier terugvinden:
http://www.napoleonicsociety.com/french/sten.htm
http://www.napoleonicsociety.com/english/stena.htm
http://www.histoire-medecine.fr/napoleon-et-la-medecine-dr-sten-forshufvud.php
Documentaire (1999) over het onderzoek van Sten Forshufvud:
https://www.dailymotion.com/video/x3kobls

- Louis Marchand (1791-1876). Sinds 1811 in dienst van Napoleon Bonaparte en vanaf 1814 diens ‘eerste kamerdienaar’. Hij bleef dit tot aan Napoleons overlijden op Sint-Helena in mei 1821. ↩︎